Vijf dingen die je moet overwegen voordat je een balans koopt
1. Hoeveel moet de balans kunnen wegen?
Voor zware voorwerpen (meerdere kilo's): hoge capaciteit, maar lagere nauwkeurigheid (doorgaans 0,1–1 g).
Voor kleine hoeveelheden (minder dan 500 g): lage capaciteit, maar zeer hoge nauwkeurigheid.
Analysebalansen hebben vaak een maximale capaciteit van minder dan 300 g en worden gebruikt voor chemische syntheses en analyses.
2. Wie gaat de balans gebruiken?
Basisschool: eenvoudige balans met een duidelijk display en weinig functies.
Middelbare school: balansen met meerdere functies, bijvoorbeeld gegevensverzameling voor experimenten.
Professioneel laboratorium: geavanceerde analysebalansen met zeer hoge nauwkeurigheid.
3. Hoe nauwkeurig moet de meting zijn?
Een balans van bijvoorbeeld 300/0,01 g betekent: capaciteit 300 g en onzekerheid ±0,01 g.
Analysebalansen kunnen tot 0,0001 g meten.
Plexiglasbehuizingen kunnen beschermen tegen invloeden van lucht en bewegingen.
4. Moet de balans worden gekalibreerd?
Externe kalibratie: maakt gebruik van een kalibratielood en vereist handmatig werk.
Interne kalibratie: veel analysebalansen stellen zichzelf automatisch bij.
Let op: als je de balans verplaatst, moet deze altijd opnieuw worden gekalibreerd.
5. Heb je gegevensverzameling nodig?
Tel-functie: houdt het aantal monsters en het gemiddelde bij.
PC-aansluiting of wifi: maakt het mogelijk om gegevens op te slaan of gewichtsveranderingen in realtime te volgen.
Zorg ervoor dat de aansluiting of software van de weegschaal compatibel is met pc.
